Matthew 21:31-32

32) tollenaars en de hoeren

Namelijk bekeerd zijnde.

33) voorgaan in het koninkrijk Gods.

Dat is, zij bekeren zich en nemen het Evangelie aan, daar gij, onbekeerd zijnde en blijvende, hetzelve verwerpt; en zullen dienvolgens ook in de hemel ingaan, waar gij zult uitgesloten worden. Zie Matth. 25:12.

Mt 25.12
34) weg der gerechtigheid,

Dat is, de rechte weg der zaligheid lerende en in dezelve wandelende.

1 Corinthians 6:11

20) sommigen; maar

Namelijk de een in het een en de ander in het ander. Want hoewel in alle heidenen niet al deze zonden altijd openbaar zijn geweest, nochtans is de wortel van allen in hen, en de een of de ander breekt bij gelegenheden altijd uit; en allen waren zij afgodendienaars. Zie Rom. 1:29; Ef. 2:1,2,3, en Ef. 4:17,18.

Ro 1.29 Eph 2.1,2,3 4.17,18

21) gij zijt afgewassen,

Dat is, van de heersende macht van zulke zonden gezuiverd; namelijk door uwe heiligmaking; bestaande in de vergeving der zonden en toerekening der gerechtigheid van Christus, waarvan de doop een teken en zegel is. Zie Mark. 1:4; Hand. 22:16; Rom. 6:4; Ef. 5:26; Tit. 3:5; 1 Petr. 3:21.

Mr 1.4 Ac 22.16 Ro 6.4 Eph 5.26 Tit 3.5 1Pe 3.21

22) in den naam

Dat is, om Jezus Christus' en Zijner verdiensten wil. Want het bloed van Jezus Christus reinigt ons van alle onze zonden; 1 Joh. 1:7; Openb. 1:5.

1Jo 1.7 Re 1.5
Copyright information for DutKant