Matthew 22:2-3

1) is gelijk

Door deze gelijkenis wordt voor ogen gesteld de grote ondankbaarheid der Joden, die, van God door de predikatie des Evangelies tot de gemeenschap zijns Zoons en der zaligheid geroepen zijnde, dezelve veracht hebben en daarom zwaarlijk gestraft en verworpen zouden worden en dat de heidenen daarna in hun plaats zouden worden geroepen.

2) een zeker koning,

Grieks, een mens, die een koning was; dat is God de Vader.

3) bruiloft bereid had.

Dat is, de genadige en geestelijke gemeenschap met Christus en de eeuwige zaligheid.

4) dienstknechten uit

Namelijk de profeten en trouwe priesters.

5) genoden ter bruiloft

Namelijk de Joden.

6) te roepen;

Dat is, te halen.

Copyright information for DutKant