Matthew 25:32

25) vergaderd worden,

Namelijk door den dienst der engelen. Zie Matth. 13:41.

Mt 13.41

John 5:28

34) Verwondert u

Namelijk alsof Ik mij al te grote dingen zou toeschrijven. Want Ik zal nog grotere dingen doen, namelijk alle doden opwekken, gelijk volgt.

35) komt, in

Dat is, zal komen.

36) Zijn stem zullen

Van deze stem zie 1 Cor. 15:52; 1 Thess. 4:16.

1Co 15.52 1Th 4.16

Acts 24:15

21) een opstanding

Namelijk in welke een ieder zal geoordeeld worden naar zijn doen, Hand. 24:25.

Ac 24.25

22) der onrechtvaardigen.

Dat is, der goddelozen en ongelovigen. Zie Dan. 12:2; Joh. 5:29; Rom. 15:25.

Da 12.2 Joh 5.29 Ro 15.25

1 Corinthians 15:23

59) in zijne orde;

Namelijk van den tijd van God daartoe bestemd.

60) de eersteling Christus

Dat is, gelijk tussen de opoffering der eerstelingen en het inzamelen der vruchten enigen tijd tussenbeiden was, Exod. 23:16, en Exod. 34:22, alzo is er ook tijd tussen de opstanding van Christus en der gelovigen.

Ex 23.16 34.22

61) die van Christus zijn,

Dat is, die Hem toebehoren, die Zijne lidmaten zijn, Hem door een waar geloof ingelijfd. Zie de aantekeningen op 1 Cor. 15:22.

1Co 15.22

62) in Zijne toekomst.

Namelijk om te oordelen de levenden en doden, ten uitersten dage.

2 Corinthians 5:10

19) geopenbaard worden

Namelijk niet alleen ten aanzien van onze personen, maar ook van onze gedachten, woorden en werken; Rom. 2:16; Openb. 2:23, en Openb. 20:12.

Ro 2.16 Re 2.23 20.12

20) wegdrage hetgeen

Namelijk tot ene vergelding.

21) door het lichaam

Namelijk hier in dit leven, of terwijl wij dit lichaam dragen.

22) hetzij goed

Dat is, het loon des goeds, uit genade.

23) hetzij kwaad.

Dat is, het loon des kwaads, uit verdienste. Zie van beide Matth. 25:34,41; Rom. 6:23.

Mt 25.34,41 Ro 6.23

Revelation of John 20:12-13

34) klein en groot,

Dat is, van alle soorten en staten; hoewel sommigen dit ook van ouderdom en voorkomen verstaan. Doch hetgeen hier onvolmaakt is, zal dan volmaakt worden; 1 Cor. 13:10.

1Co 13.10

35) staande voor God;

Dat is, staande voor den troon of rechterstoel van Christus, 2 Cor. 5:10; waaruit blijkt dat Christus ook de waarachtige God is.

2Co 5.10

36) de boeken werden

Namelijk der alwetendheid en voorzienigheid Gods, waarin ongetekend staat al het doen en laten der mensen. Zie degelijke Dan. 7:10; Mal. 3:16; en is een gelijkenis, genomen van het gericht der mensen, en handelingen onder grote prinsen, waar notitie of kennis wordt gehouden van alles. Zie Esth. 6:1. Anderen verstaan het van de boeken des gewetens van een ieder; hetwelk ook waar is, daar die zichzelf ook zal beschuldigen of ontschuldigen in dien dag. Zie Rom. 2:15,16.

Da 7.10 Mal 3.16 Es 6.1 Ro 2.15,16

37) des levens is:

Dat is, der genadige verkiezing vna God tot het eeuwige leven. Zie daarvan ook hiervoor Openb. 3:5, en Openb. 13:8, en Openb. 17:8.

Re 3.5 13.8 17.8

38) naar hun werken.

Namelijk die zij in dit leven zullen gedaan hebben, hetzij goed of kwaad; gelijk Paulus daarbij voegt 2 Cor. 5:10; zie daar de verklaring.

2Co 5.10
39) de dood en

Door het woord hel, wordt door velen verstaan het graf, en door het woord dood, alle andere plaatsen, waar de dode lichamen verstrooid zouden mogen zijn; gelijk het vuur, de lucht, de vogelen en wreed gedierte vele lichamen hebben verslonden, die allen door Gods macht tevoorschijn gebracht zullen worden, waar zij ook zouden mogen zijn. Want, die alles uit niet heeft geschapen, zal ook gemakkelijk uit al de elementen der wereld de lichamen bijeen kunnen vergaderen, die ooit in de wereld zijn geweest.

40) de hel gaven de

Of het graf.

Copyright information for DutKant