Matthew 27:2
1) den stadhouder. Namelijk van den Romeinse keizer Tiberius, over het Joodse land, Luk. 3:1; want de Joden mochten niet meer iemand met den dood straffen, zonder voorgaande bewilliging der Romeinse stadhouders, gelijk zij zelf betuigen Joh. 18:31. Lu 3.1 Joh 18.31
Copyright information for
DutKant