Matthew 28:2

6) nederdalende uit de hemel,

Namelijk in de gedaante van een jongeling, Mark. 16:5.

Mr 16.5

7) wentelde den steen af

Namelijk om het graf te openen. Niet dat Christus zulks door zijn goddelijke kracht zelf niet zou hebben kunnen doen, maar om aan te wijzen de waarheid Zijner menselijke natuur, ook na Zijne verrijzenis, gelijk ook Joh. 11:39,41, te zien is.

Joh 11.39,41
Copyright information for DutKant