Matthew 3:7
9) Farizen en Sadducen Farizen en Sadducen zijn geweest twee sekten onder de Joden, gelijk er nog een derde was der Essen. Zie van denzelve den historieschrijver Josefus Antiq. l. 18,c. 2, de bello Iud.l.Acts 5:17
31) de sekte Grieks Hairesis; door welk woord betekend wordt een wijze van godsdienst, die iemand voor zichzelven verkoren heeft en volgt, Hand. 26:5, en Hand. 28:22; en schijnt dit woord in den beginne zowel ten goede als ten kwade genomen geweest te zijn; maar daarna is het altijd ten kwade genomen, voor een valsen godsdienst, waarvan komt het woord heresie en heretijk; dat is, ketterij en ketter. Ac 26.5 28.22 32) der Sadduceen), Zie van dezelve Matth. 3:7, en Matth. 22:23; Hand. 23:8. Mt 3.7 22.23 Ac 23.8 33) nijdigheid. Of, ijver; namelijk een verkeerden ijver voor de wet; Rom. 10:2. Ro 10.2
Copyright information for
DutKant