Matthew 4:11

12) engelen zijn toegekomen

Dat is, zendboden. Zo worden de goede geesten genaamd, omdat zij van God uitgezonden worden om zijn bevelen uit te richten. Zie Ps. 103:20, en Hebr. 1:14.

Ps 103.20 Heb 1.14

Luke 2:13

18) heirlegers,

Dat is, der engelen, die als een heir des Heeren zijn, door wie Hij de vromen beschermt en de kwaden straft, Ps. 34:8, en Ps. 103:21.

Ps 34.7 103.21

Luke 22:43

Luke 24:4

5) twijfelmoedig waren,

Of, zeer bekommerd.

6) mannen stonden bij haar in

Dat is, engelen in mans-gedaanten. Zie #Matth. 28:2, die maar van een verhaalt, omdat die het woord voerde.

Mt 28.2

7) blinkende klederen.

Grieks bliksemende; dat is glinsterende gelijk de bliksem.

Acts 1:10

19) twee mannen

Dat is, twee engelen in de gedaante van mannen. Zie Gen. 18:2.

Ge 18.2

20) in witte kleding;

Zo plachten de engelen te verschijnen, om daarmede te tonen de reinheid hunner natuur en dat zij kwamen om blijde dingen te verkondigen. Zie Matth. 28:3; Mark. 16:5; Joh. 20:2.

Mt 28.3 Mr 16.5 Joh 20.2
Copyright information for DutKant