Matthew 5:21

28) [tot] de ouden gezegd is;

Of, van de ouden. Hierdoor verstaat Christus de verkeerde uitlegging der Farize‰n en Schriftgeleerden, die al van over vele jaren alzo geleerd hadden, en niet de leer van Mozes en der profeten. Hetwelk blijkt: I. uit Matth. 5:20. II. omdat hier leringen wederlegd worden, die in Mozes en de profeten niet gevonden worden, zie Matth. 5:43. III. omdat door Christus niets wordt bijgedaan dan wat in Mozes en de profeten gevonden wordt, gelijk men kan zien uit de Schriftuurplaatsen des Ouden Testaments hier aan den kant getekend.

Mt 5.20,43

29) strafbaar zijn door het gericht.

Of, schuldig om gestraft te worden.

Matthew 15:2

1) inzetting

Grieks, overlevering, of overgeving.

2) ouden;

Of, onderlingen; namelijk der Farizese leraars, gelijk Matth. 5:21.

Mt 5.21

Matthew 23:3

2) al wat zij u zeggen

Namelijk uit de wet van Mozes en de profeten, want anderszins hetgeen zij daar tegen of buiten leerden, moet Christus den zuurdesem der Farize‰n, en vermaant zijne discipelen zich daarvan te wachten; Matth. 16:6,12.

Mt 16.6,12

Mark 7:5

12) wandelen Uw discipelen niet

Dat is, leven; een Hebreeuwse manier van spreken, gelijk Ps. 1:1, en doorgaans.

Ps 1.1

13) ouden,

Of, der ouderlingen.

1 Peter 1:18

56) van de vaderen

Hij spreekt ten dele van de kwade voorbeelden van velen hunner voorvaderen, gelijk Ezech. 20:18; Hand. 7:51; ten dele van vele ijdele en Farizese overleveringen, waarnaar zij zich meer voegden dan naar Gods geboden, gelijk doorgaans in het Evangelie te zien is.

Eze 20.18 Ac 7.51
Copyright information for DutKant