Matthew 5:22

30) ten onrechte

Dat is, zonder oorzaak of tevergeefs.

31) door het gericht;

Of, oordeel; waardoor verstaan worden de rechters, die in alle steden de doodslagers straften; Deut. 21.

32) Raka,

Het is een Syrisch smaadwoord, en is zoveel te zeggen als ijdel- of slechthoofd. Anderen menen dat het van spuwen komt; en anderen dat daarmede uitgedrukt wordt een geluid, dat de mensen dikwijls maken om daarmede hun gramschap, verachting of versmading tegen hunne naasten te kennen te geven, gelijk men gemeenlijk door foei u, of iets dergelijks pleegt te doen.

33) groten Raad;

Dit was de hoogste Raad binnen Jeruzalem, Sanhedrin genaamd, bij denwelken het oordeel stond van de zwaarste zaken, en die daarom ook de schuldigen tot de zwaarste straffen verwees. Zie Deut. 17, en 2 Kron. 19.

34) het helse vuur.

Grieks, tot, of in de gehenna des vuurs. Gehenna komt van de Hebreeuwse woorden Ge Hinnom; dat is, het dal Himmon, gelegen bij de stad Jeruzalem, Joz. 15:8, in welk dal eertijds de afgodische Joden hun kinderen tussen de gloeiende armen van het koperen beeld Moloch levend lieten verbranden; zie Jer. 7:31; 2 Kon. 23:10; hetwelk, daar het een gruwelijke pijn was, zo wordt dit woord dikwijls voor de helse pijn genomen. Door deze doodstraffen, waarvan de ene zwaarder is dan de andere, toont Christus dat al deze zonden de eeuwige verdoemenis verdienen, doch dat de ene zwaarder dan de andere in het toekomende oordeel zal gestraft worden.

Jos 15.8 Jer 7.31 2Ki 23.10

Galatians 3:1

1) uitzinnige Galaten,

Of, onverstandige, onwijze. Zo noemt hij hen, om te tonen dat hij houdt, dat zij dit deden meer uit onbezonnenheid of onvoorzichtigheid dan uit boosheid. Zie dergelijke Luk. 24:25, waarmede hij dan niets doet tegen de leer van Christus, Matth. 5:22. Zie ook 1 Cor. 15:36.

Lu 24.25 Mt 5.22 1Co 15.36

2) betoverd, dat

Dat is, de ogen uws verstands alzo verblindt, dat gij de rechte waarheid niet kunt zien, gelijk de goochelaars de uiterlijke ogen der mensen betoveren, dat zij menen te zien hetgeen zij niet zien. Hij vergelijkt dan deze valse leraars bij goochelaars, en geeft hun de voornaamste schuld van deze verleiding, die als bedriegers met schoonspreken en listigheden de eenvoudigen verleiden.

3) der waarheid

Namelijk des Evangelies, dat de mens voor God gerechtvaardigd wordt door het geloof; waarvan gesproken is Gal. 2:5,14.

Ga 2.5,14

4) gehoorzaam zijn;

Dat is, aannemen en geloven.

5) geschilderd is

Of, voorgeschilderd, dat is, zo klaarlijk door mijne predikati‰n u voorgedragen, alsof het in een tafereel geschilderd was of voorgeschreven.

6) gekruist zijnde?

Dat is, van wiens kruisiging, mitsgaders van de oorzaken en vruchten derzelve, dat wij namelijk daardoor van den vloek der wet en dienstbaarheid der ceremoni‰n verlost zijn, ik u zo overvloedig en klaar heb geleerd, alsof Hij zelf voor uwe ogen gekruisigd was geweest.

Copyright information for DutKant