Matthew 5:28

38) te begeren,

Namelijk tot onkuisheid.

Romans 14:15

72) uw broeder

Dat is, de zwakke medegelovige.

73) om der spijze wil

Dat is, omdat hij ziet dat gij spijs eet, die hij houdt van God den Christenen verboden te zijn.

74) bedroefd wordt,

Namelijk als hij ziet dat gij, die sterk zijt, spijs eet, die in het Oude Testament verboden was, menende dat gij daaraan u bezondigt tegen God; hetwelk de godzaligen bedroeft. Of, ziende dat gij daarmede hen als veracht en veroordeelt.

75) naar liefde.

Want die bedroeft of ergert niemand, maar zoekt de zwakken tegemoet te gaan, toe te geven en in het geloof te sterken; 1 Cor. 13:4, enz.

1Co 13.4

76) Verderf dien niet

Namelijk zoveel in u is; hem daarmede vervremende van den Christelijken godsdienst. Of, zo hij uw voorbeeld volgt tegen zijne conscientie, dezelve daarmede kwetsende, waardoor zijn geloof in gevaar gebracht wordt.

77) met uw spijze,

Dat is, etende voor hem spijs, die hij meent nog verboden te zijn.

78) voor welken Christus gestorven is.

Namelijk om hem te behouden, die gij, zoveel in u is, verderft, hetwelk een gruwelijke zonde is, die ook tegen Christus gedaan wordt; 1 Cor. 8:12. Anderszins moet men al degenen, die het geloof van Christus belijden, naar het oordeel der liefde, houden voor zodanig, die van Christus door zijn dood verlost zijn. Want dat degenen, die waarlijk door den dood van Christus eens verlost zijn, niet zullen verloren gaan, wordt geleerd Matth. 24:24; Joh. 10:28; 1 Petr. 1:5.

1Co 8.12 Mt 24.24 Joh 10.28 1Pe 1.5
Copyright information for DutKant