Matthew 5:45
55) zijn uws Vaders, Dat is, mag blijken dat gij het zijt. 2 Peter 1:10
43) roeping en verkiezing Hoewel de roeping ten opzichte van den tijd de verkiezing volgt, die van eeuwigheid is, Ef. 1:4; daar de roeping in den tijd geschiedt, zo wordt nochtans de roeping hiervoor gesteld, omdat wij uit deze van onze verkiezing verzekerd worden; Rom. 8:30. Eph 1.4 Ro 8.30 44) vast te maken; Namelijk niet ten opzichte van God, Jes. 14:27, en Jes. 46:10; Rom. 11:29; 2 Tim. 2:13; maar ten opzichte van onszelf, om te vaster verzekerd te mogen zijn, dat wij door God tot de zaligheid zijn uitverkoren. In sommige boeken staat er nog bij: door de goede werken; namelijk als door de vruchten, waaruit een goede boom bekend wordt; Matth. 7:17,18. Isa 14.27 46.10 Ro 11.29 2Ti 2.13 Mt 7.17,18 45) nimmermeer struikelen. Namelijk zo, dat gij van de genade Gods gans zoudt uitvallen. Zie Ps. 37:24; Jud.:24; want anderszins struikelen wij allen in velen; Jak. 3:2; een gelijkenis, genomen van degenen, die in een loopbaan lopen. Zie 1 Cor. 9:24. Ps 37.24 Jas 3.2 1Co 9.24 1 John 3:10
43) openbaar. Een Dat is, kennelijk om den een van den ander te onderscheiden en onderkennen. 44) die de rechtvaardigheid Zie 1 Joh. 3:7. 1Jo 3.7 45) uit God, en die Namelijk geboren of wedergeboren, 1 Joh. 3:9. 1Jo 3.9 1 John 4:6
25) Wij zijn Namelijk apostelen, en die met ons enerlei leer voorstellen. 26) uit God. Dat is, niet alleen door den Geest Gods wedergeboren en verlicht met de kennis der waarheid; maar ook door Hem geroepen om Zijn goddelijke waarheid en mensen zuiver te prediken. 27) kent, Namelijk recht, gelijk Hij zich in Zijn Woord geopenbaard heeft. 28) hoort ons; Dat is, neemt onze leer aan, gelijk tevoren. 29) Hieruit kennen wij Namelijk als men ons hoort of niet hoort. 30) den geest der waarheid, Namelijk als men ons hoort en onze leer aanneemt. 31) den geest der dwaling. Namelijk als men ons niet hoort. Zodat uit de leer en schriften der apostelen [gelijk ook der profeten en Evangelisten] moet geoordeeld worden omtrent waarheid of dwaling in de leer. 1 John 4:17
58) Hierin is de Dat is, hierdoor zijn wij volmaakt in de liefde, namelijk dat gelijk Hij is, wij ook zijn in deze wereld, gelijk volgt. 59) vrijmoedigheid mogen Dat is, een vrijmoedig vertrouwen dat wij in dien dag niet zullen veroordeeld worden; daar wij nu de liefde oefenen, en de Heere Christus dan zal te voorschijn brengen de werken der liefde, niet als verdienende oorzaken der vrijspreking en zaligheid, maar als vruchten en kentekenen van ons geloof. Zie Matth. 25:34,35, enz. Mt 25.34,35 60) gelijk Hij is, Dat is, gelijk Christus in de liefde gewandeld heeft, en gestadig daarin blijft, wij ook Zijn voetstappen navolgen. Zie 1 Joh. 2:6, en 1 Joh. 3:3, en de aantekeningen aldaar. Of gelijk God de liefde is, wij ook zo in de liefde wandelen; 1 Joh. 4:8,10; Matth. 5:48. 1Jo 2.6 3.3 4.8,10 Mt 5.48
Copyright information for
DutKant