Matthew 8:11

10) van oosten en westen,

Grieks, van den opgang en ondergang; namelijk der zon, dat is, uit alle gewesten der wereld; waarmede voorzegd wordt de beroeping, bekering en zaligheid der heidenen; Joh. 11:52.

Joh 11.52

John 13:23

29) was aanzittende

Grieks was gelegen; namelijk naar de wijze der ouden, die aan de tafel niet zaten als wij, maar lagen op beddekens, op den elleboog, zodat Johannes liggende naast Christus, bekwamelijk zijn hoofd kon neigen naar de borst van Christus.

30) welken Jezus liefhad.

Dat is, Johannes, dien de Heere Christus bijzonderlijk liefhad; alzo beschrijft hij ook zichzelven Joh. 21:20,24.

Joh 21.20,24
Copyright information for DutKant