Matthew 8:29

28) v¢¢r den tijd?

Namelijk van God bestemd tot hun pijniging, hetwelk wezen zal in het uiterste oordeel. Zie 2 Petr. 2:4 en Jud. 1:6.

2Pe 2.4

John 2:4

4) Vrouw,

Zo noemt Christus Zijne moeder, niet uit kleinachting, maar om aan te wijzen dat haar moederlijk gezag, in zaken Zijn ambt aangaande, niet moest gelden, maar alleen Zijn goddelijk beroep.

5) wat heb Ik met

Grieks wat is mij en u. Een Hebreeuwse manier van spreken, met zich brengende ene bestraffing. Zie 2 Sam. 16:10, en 2 Sam. 19:22.

2Sa 16.10 19.22

6) ure is nog niet

Dat is, het is nog de bekwame tijd niet.

Copyright information for DutKant