Micah 6:16
50) inzettingen van Omri worden onderhouden, Versta, de afgoderijen die Omri en zijn zoon Achab onder de tien stammen op het allerhoogste hebben bevorderd; zie 1 Kon. 16:16,25,30,31 met de aantekening. 1Ki 16.16,25,30,31 51) derzelver raadslagen; Raadslagen van Omri en Achab, om bij alle wegen en met alle handelingen de afgoderij te stijven en den gansen staat van het land daarnaar te vormen. 52) opdat Ik u stelle tot verwoesting, Waardoor gij het alzo maakt, dat Ik u zal moeten stellen, enz.; verg. Jer. 18:16, en Jer. 27:10,15, en Jer. 32:31; Klaagl. 2:14; Ezech. 8:6, enz. met de aantekening. Jer 18.16 27.10,15 32.31 La 2.14 Eze 8.6 53) haar inwoners Van Jeruzalem. 54) aanfluiting; Zie 1 Kon. 9:8. 1Ki 9.8 55) smaadheid Mijns volks dragen. Dat is, de straf der smaadheid en schande, die gij mijn volk, [bijzonderlijk den armen en nooddruftigen] met de voorzeide schandelijke werken hebt aangedaan. Of, de smadheid van mijn volk; dat is, die mijn volk verdiend heeft. Alzo, smaadheid mijner jeugd; dat is, die ik in mijne jeugd verdiend, of op mijn hals gehaald heb; Jer. 31:19. Jer 31.19
Copyright information for
DutKant