‏ Micah 6:5

9) beraadslaagde,

Hoe hij met alle middelen mijn vloek over u zocht te brengen, en hoe Ik dien in zulk een heerlijken zegen veranderde. Zie Num. 22:5, en Num. 23:7, en Num. 24:1,14; Deut. 23:4,5; Joz. 24:9,10; Openb. 2:14.

Nu 22.5 23.7 24.1,14 De 23.4,5 Jos 24.9,10 Re 2.14

10) Sittim af

Waar gij zo schandelijk hoereerdet met den Ba„l=Peor, Num. 25.

11) Gilgal toe,

Waar Ik, volgens mijne beloften, u, niettegenstaande uw veelvoudige ondankbaarheid, droogvoets door de Jordaan geleid en in het beloofde land gebracht hebbende, mijn verbond als opnieuw met u bevestigd heb door de besnijdenis. Zie Joz. 3: en Joz. 5:2.

Jos 5.2

12) gerechtigheden des HEEREN kent.

Dat is, de rechtvaardige daden, die de Heere voor u gedaan heeft tegen uwe vijanden, verlenende u die heerlijke overwinningen, van de koningen der Midianieten, idem Dihon en Og. Zie Num. 31:7,8; Deut. 2:33, en Deut. 3:3. Sommigen verstaan door de gerechtigheden des Heeren zijn grote getrouwheid in het houden zijner beloften, of zijn oneindige barmhartigheid. verg. Richt. 5:11; 1 Sam. 12:7; Dan. 9:16, met de aantekening.

Nu 31.7,8 De 2.33 3.3 Jud 5.11 1Sa 12.7 Da 9.16
Copyright information for DutKant