Micah 6:9

24) stem des HEEREN roept

Alsof de profeet zeide: Dat gij nu geheel anders doet dan gij wel weet dat God van u eist, en dat gij daarmede zijne straffen verdient en veroorzaakt, zulks wordt dagelijks door zijne profeten, en nu door mij, gepredikt en openlijk aangezegd.

25) stad

Jeruzalem: sommigen duiden het op Samaria uit Micha 6:16, of op beide deze hoofdsteden.

Mic 6.16

26) Naam ziet

Dat is, Gij zelf, o Heere, [vol van heerlijkheid en majesteit] weet alles. Zie Deut. 28:58.

De 28.58

27) het wezen):

Of, water is, dat is alle ding; of wat er omgaat, hoe het er gesteld is. Anders: ziet naar de wijsheid [die in de ware bekering bestaat]. Anders: de wijsheid [dat is een wijs man] zal uwen naam zien; dat is, zal merken dat Gij het zijt, dat het uwe woorden en werken zijn, en zich daarnaar regelen. Zie van het Hebr. woord Job 5:12.

Job 5.12

28) roede,

Dat is, de profetie van Gods roede, dat is, straffen en plagen. Zie Job 9:34; Jes. 10:5; Klaagl. 3:1 met de aantekening.

Job 9.34 Isa 10.5 La 3.1

29) wie ze besteld heeft!

Dat is, dien die deze roede, of dat [kwaad] verordineerd, plaats en tijd bestemd heeft. Of, vragenderwijze: Wie heeft ze besteld? Te weten, anders dan God. Zie gelijke woorden van het zwaard des Heeren, Jer. 47:7, en verg. Jes. 30:32 met de aantekening.

Jer 47.7 Isa 30.32
Copyright information for DutKant