Micah 7:9

49) gramschap

Dat is, plagen, kastijden, uit zijne gramschap voortkomende; verg. Ezech. 7:3.

Eze 7.3

50) dragen,

Met een boetvaardig en geduldig hart, gelijk het volgende uitwijst.

51) twist twiste, en mijn recht uitvoere;

Dat is, mijn rechtzaak, mijn proces, dat ik niet tegen God [voor wien ik mij schuldig ken] maar tegen mijne vijanden open heb staan. Zie Ps. 35:1.

Ps 35.1

52) brengen aan het licht;

Of, hervoorbrengen, uitvoeren, uit de duisternis, gelijk in het voorgaande vers gezegd.

53) [mijn lust]

Dit is hier ingevoegd om den zin der Hebr. manier van spreken uit te drukken. Zie Ps. 22:18; alzo in het volgende vers. Anders: ik zal zijne gerechtigheid aanzien.

Ps 22.17

54) gerechtigheid.

Door welke Hij mij recht zal geven tegen mijne vijandin, mij verlossende en haar straffende; of aan zijn heil, dat Hij mij, naar zijne beloften, getrouwelijk zal bewijzen. Verg. Micha 6:5 met de aantekening.

Mic 6.5

Revelation of John 15:7

22) een van de vier

Namelijk die allernaast den troon Gods hiervoor zijn gesteld, met de vier en twintig ouderlingen, en die de gehele gemeente van Christus vertegenwoordigden, op wier begeerte en tot wier wraak deze straffen over het antichristendom worden uitgestort. Zie hiervoor Openb. 4:6.

Re 4.6

23) zeven gouden

Deze fiolen waren een soort van drinkschalen, weinig diep, en hielden gewoonlijk zoveel als iemand in eens kon uitdrinken.

24) vol van den

Dat is, van den wijn uit den drinkbeker van den troon Gods, waarvan zie hiervoor Openb. 14:10.

Re 14.10
Copyright information for DutKant