Nahum 3:4

8) Om der grote hoererijen

Of, om de veelheid der hoererijen; versta hier zowel geestelijke hoererij, dat is, afgoderij, als vleselijke ontucht.

9) der zeer bevallige hoer,

Alzo noemt hij de stad Nineve. Hebr. de hoer goed van gunst.

10) der meesteres der toverijen,

Of, der voorstandster, der patrones van de toverijen.

11) met haar hoererijen

Of, door.

12) verkocht heeft,

Dat is, tot slaven en lijfeigenen gemaakt heeft.

Copyright information for DutKant