Nehemiah 2:10
25) Horoniet, Alzo genoemd van Horonaim, een der voornaamste steden van de Moabieten, gelijk te zien is Jes. 15:5; Jer. 48:3,5,34. Isa 15.5 Jer 48.3,5,34 26) knecht Dat is, van den Perzischen koning, vazal, officier, of stadhouder. Deze beiden waren vijanden der Isralieten. Zie 2 Sam. 8:2, en 2 Sam. 12:31, en hadden hun residentie te dezen tijde binnen Samaria, gelijk afgenomen wordt uit Neh. 4:2. 2Sa 8.2 12.31 Ne 4.2 27) mishaagde Hebreeuws, het was [of doch] hun kwaad, [met, of, ja] een groot kwaad; dat is, het mishaagde hen met groot mishagen.Nehemiah 4:1
1) Sanballat Zie boven, Neh. 2:10. Ne 2.10 2) ontstak hij, Hebreeuws, hem ontstak; te weten, de toorn, alzo Neh. 4:7. Ne 4.7 3) zeer toornig; Hebreeuws, veel, grotelijks.Nehemiah 6:1
1) onze andere Hebreeuws, het overige onzer vijanden. 2) niet opgezet Vergelijk boven, Neh. 3:3. Ne 3.3
Copyright information for
DutKant