Nehemiah 4:7

18) Ammonieten,

Zie 2 Kron. 20:1.

2Ch 20.1

19) verbetering

Hebreeuws, gezondheid, heling, genezing, pleistering, pleister. Alzo 2 Kron. 24:13. Vergelijk ook Jer. 8:22.

2Ch 24.13 Jer 8.22

20) toenam,

Hebreeuws, opklom, opkwam, opging; gelijk men van de gezondheid zou mogen zeggen dat zij opkomt, klimt, of opgaat, wanneer zij toeneemt en de mens meer en meer betert; idem, van een pleister, dat die op gedaan, of op gelegd wordt, en dat er een roof, of litteken op de wonde komt.

Jeremiah 30:17

29) gezondheid doen rijzen,

Of, een pleister opleggen. Vergelijk boven Jer. 30:13, en Jer. 8:22, en onder Jer. 33:6; idem Jer. 46:11.

Jer 30.13 8.22 33.6 46.11

30) plagen genezen,

Of, wonden.

31) Sion,

Spottenderwijze, alsof zij zeiden: dat is nu die Zion, de kerk Gods, waarvan zij altijd zo veel en roemend gesproken, en zo groot gevoel gehad hebben; maar ziet nu eens, enz.

32) niemand vraagt naar haar.

Of, zij heeft geen navrager; dat is, niemand bekommert zich met haar.

Copyright information for DutKant