Numbers 1:3

4) twintig jaren oud en daarboven,

Hebreeuws, van een zoon van twintig jaar; alzo dikwijls in dit hoofdstuk.

5) die ten heire in Isra‰l uittrekken;

Dat is, allen die in tijd van oorlog gebruikt werden om de wapens te voeren en bekwaam waren om tegen de vijanden ten strijde uit te trekken. En derhalve werden uitgenomen die door ziekte of zwaren ouderdom hiertoe onbekwaam waren; alzo onder dikwijls. Zie deze manier van spreken ook Deut. 24:5; 2 Kron. 26:11.

De 24.5 2Ch 26.11

6) tellen naar hun heiren,

Het Hebreeuwse woord betekent niet alleen tellen, maar ook op de getelden acht en toezicht nemen, hetwelk wij bij ons noemen monsteren.

2 Samuel 24:9

16) van het getelde volk

Hebreeuws, der telling.

17) achthonderd duizend

Te weten, naar sommiger gevoelen, boven het ordinaire en bekende krijgsvolk, bedragende 288.000 met de oversten, hebbende onder zich 24.000, gelijk verhaald wordt 1 Kron. 27:1, enz. Dezen onder dit getal mede gerekend zijnde, vindt men omtrent het grotere getal, dat 1 Kron. 21:5 staat. Zie wijder 2 Sam. 24:2.

1Ch 27.1 21.5 2Sa 24.2

18) zwaard uittrokken,

Zie Richt. 8:10.

Jud 8.10

19) vijfhonderd duizend

Het ordinaire bestelde krijgsvolk van Juda, daaronder [naar sommiger gevoelen] mede gerekend zijnde, hetwelk 1 Kron. 21:5 is uitgelaten [omdat zij daar alrede gerekend waren onder de elf honderd duizend] en waarvan de oversten verhaald zouden zijn boven, 2 Sam. 23:8, enz. Het is ook aanmerkelijk dat Joab de stammen van Levi en Benjamin niet heeft willen tellen, misschien ook niet de stad Jeruzalem. Zie 1 Kron. 21:6, en 1 Kron. 27:24.

1Ch 21.5 2Sa 23.8 1Ch 21.6 27.24

1 Chronicles 21:5

6) gans Isra‰l was

Zie 2 Sam. 24:9.

2Sa 24.9

7) elfhonderd duizend man,

Hebreeuws, duizend duizenden, en honderd duizend.

Copyright information for DutKant