Numbers 10:29

29) zeide

Of, had gezegd; want sommigen menen dat dit geschied is toen hij eerst tot hem in de woestijn gekomen was; Exod. 18:27.

Ex 18.27

30) Hobab,

Men houdt dezen geweest te zijn dezelfde, die, Exod. 18:1, Jethro werd genaamd.

Ex 18.1

31) Rehuel,

Hebreeuws, Reel, of Rehuel.

32) het goede gesproken.

Vergelijk Gen. 18:19.

Ge 18.19

Numbers 24:21-22

41) Kenieten zag,

Deze woonden onder de Amalekieten, 1 Sam. 15:6.

1Sa 15.6

42) nest in een steenrots gelegd.

Dat is, woning, gelijk Job 29:18.

Job 29.18
43) Kain verteerd worden,

Anders, de Ka‹nieten, of, de Kenieten, die, zo het schijnt, van een, Ka‹n genoemd, hun oorsprong hebben.

44) totdat u Assur gevankelijk wegvoeren zal!

Anders, zolang als u Assur zal gevangen houden.

1 Samuel 15:6

5) Gaat weg,

Deze korte afgebroken manier van spreken betekent dat zij zich moesten haasten in het opbreken. Zie dergelijke manier van spreken, Gen. 18:6.

Ge 18.6

6) opdat ik u met hen niet wegruime;

Dat is, dat ik u niet van gelijke doe als ik hun doen zal.

7) gij hebt barmhartigheid gedaan

Dat is eigenlijk te verstaan van Jethro den Keniet, Mozes' schoonvader, van wien de Kenieten afkomstig waren.

Copyright information for DutKant