Numbers 10:8

9) een eeuwige inzetting

Hebreeuws, inzetting der eeuwigheid. Zie Gen. 13:15.

Ge 13.15

1 Chronicles 15:24

2 Chronicles 5:12

20) Asaf,

Dezen zijn opperzangmeesters geweest, en zeer wijze lieden uit den stam van Levi, hebbende onder hen veel andere zangers, en onder deze hun zonen, enz. Zie van dezelve 1 Kron. 25:1,2, enz.

1Ch 25.1,2

21) en harpen,

Anders, cithers.

2 Chronicles 7:6

6) hunne wachten,

Te weten, naar de verdeling hunner beurten, die zij tevoren in de inwijding des tempels niet hadden kunnen onderhouden; boven, 2 Kron. 5:11.

2Ch 5.11

7) des HEEREN,

Dat is, die ter ere Gods gemaakt waren, om hem daarmede naar de wijze, die onder de wet van God verordend en in gebruik was, te loven en te danken.

8) als David

Anders, door de lofzangen Davids in hun hand. Of, als David [hem] prees door hen; te weten, de muzikale instrumenten.

9) hun dienst

Hebreeuws, hun hand.

10) stond.

Te weten, in het grote, of uiterste voorhof, genaamd het voorhof des volks, afgezonderd van het innerste voorhof, waarin de priesters stonden.

Copyright information for DutKant