Numbers 14:13-19

18) de Egyptenaars horen;

De redenen, die Mozes gebruikt om voor het volk te bidden, zijn drie. De eerste is genomen van de vijanden Gods en zijns volks, die de ere Gods, zo Hij zijn volk uitroeide, zouden schenden, in Num. 14:13,14,15,16. De tweede van de natuur en het genadige verbond Gods, Num. 14:17,18. De derde van de voorgaande weldaden en exempelen der goddelijke genade, aan dit volk zeer dikwijls bewezen, Num. 14:19.

Nu 14.13,14,15,16,17,18,19
19) [die] gehoord hebben,

Dit woordje wordt hier ingevoegd uit Num. 14:15.

Nu 14.15

20) oog aan oog gezien wordt,

Dat is, ogenschijnlijk en zeer gemeenzaam. Vergelijk Gen. 32:30; Exod. 33:11; boven, Num. 12:8; Deut. 5:4; 1 Kon. 22:19.

Ge 32.30 Ex 33.11 Nu 12.8 De 5.4 1Ki 22.19
21) als een enigen man doden,

Dat is, het gehele volk, alsof het slechts ‚‚n mens ware. Alzo Richt. 6:16.

Jud 6.16

22) Uw gerucht gehoord hebben,

Hebreeuws, uw gehoor gehoord hebben.

23) kracht des HEEREN groot worden,

Om bij zijn gerechtigheid ook zijn barmhartigheid te voegen.

24) lankmoedig en groot van weldadigheid,

Hebreeuws, lang van toornigheden. Zie Exod. 34:6.

Ex 34.6

25) die [den schuldige]

Bij de barmhartigheid Gods wordt ook zijn gerechtigheid gevoegd, omdat zij in Hem onafscheidelijk zijn; om welke oorzaak Mozes niet enkel begeert genade, maar alzo dat Gods gerechtigheid ook een plaats zou hebben, opdat Hij in het oordelen en straffen zijner barmhartigheid zou gedachtig wezen. Zie Exod. 34:7; Jer. 30:11; Nah. 1:3.

Ex 34.7 Jer 30.11 Na 1.3

26) bezoekende de ongerechtigheid der vaderen aan de kinderen,

Zie Gen. 21:1, en Exod. 20:5.

Ge 21.1 Ex 20.5

27) derde en in het vierde [lid].

Hebreeuws, aan de derde en aan de vierde; te weten, nakomelingen van den stam af gerekend zijnde.

Copyright information for DutKant