Numbers 14:34

43) ongerechtigheden dragen,

Dat is, de straf uwer ongerechtigheden. Zie Gen. 4:13.

Ge 4.13

44) veertig jaren,

Zijnde er onder begrepen de tijd, die nu voorbij was, sedert zij uit Egypte getogen waren. Zie boven, Num. 14:33.

Nu 14.33

45) Mijn afbreking.

Dit kan men verstaan ten aanzien van God, die om hun langdurige wederspannigheid van hen zou wijken, of ten aanzien van het volk, dat, van God afwijkende, dezelfde straf verdiend had.

Hosea 6:2

5) levend maken;

Want zij, [Efra‹m en Juda, boven Hos. 5:14] waren als doden en begravenen, ten tijde als zij naar Assyri‰ en Babel waren weggevoerd; [gelijk wij allen geestelijk dood waren door de zonde] zulks dat de verlossing was gelijk ene opwekking uit de doden; zie Ezech. 37, Jes. 26:19, met de aantekening. Gelijk nu de verlossing uit Babel een voorbeeld was van onze geestelijke verlossing door Christus, alzo kunnen deze schone Evangelische woorden van Hos. 6:3, en Hos. 6:3 wijders bekwamelijk geduid worden op de verrijzenis van onzen Zaligmaker en Hoofd Jezus Christus ten derden dage, en op de heerlijke vruchten, die het ganse lichaam van Christus, dat is, zijne kerk, daarvan geniet. Zie Rom. 6:8,11; Col. 2:13, en Col. 3:1,2,3, enz.

Ho 5.14 Isa 26.19 Ho 6.3,3 Ro 6.8,11 Col 2.13 3.1,2,3

6) leven.

Als nieuwgeboren kinderen, een nieuw mens, nieuwe creaturen, zullen wij in zijn huis onder zijn vaderlijke gunst gelukzalig leven en met vreugde wandelen in nieuwheid des levens, heiligheid en gerechtigheid, hier, en hierna in eeuwigheid. Zie Gen. 17:1; Ps. 4:7; Ezech. 16:6, met de aantekening; idem, Luk. 1:75; Rom. 6:4,8,11; 2 Cor. 5:15,17; Gal. 6:15; Ef. 2:15, en Ef. 4:24; 1 Thess. 4:17, en 1 Thess. 5:10; 1 Petr. 2:2.

Ge 17.1 Ps 4.6 Eze 16.6 Lu 1.75 Ro 6.4,8,11 2Co 5.15,17 Ga 6.15 Eph 2.15 4.24 1Th 4.17 5.10 1Pe 2.2
Copyright information for DutKant