Numbers 21:1
1) Harad, Harad schijnt te wezen de stad, waar deze koning zijn zetel had. Zie Joz. 12:14. Anderen menen dat Harad geweest is de naam diens konings. Jos 12.14 2) het zuiden, Te weten, van het land Kanan, waarheen de verspieders getrokken waren, Num. 13:17. Zie ook Num. 33:40. Nu 13.17 33.40 3) Isral door den weg der verspieders kwam, Dat is, door den weg, dien de verspieders, welken Mozes uitgezonden had, gereisd waren. Sommigen houden Atharim [hetwelk hier is overgezet verspieders] voor den naam van een zekere plaats.
Copyright information for
DutKant