Numbers 21:24

34) scherpte des zwaards,

Hebreeuws, mond.

35) Arnon

Dit zijn de namen van rivieren.

35) Jabbok toe,

Dit zijn de namen van rivieren.

36) want de landpale der kinderen Ammons was vast.

Dit is de reden, waarom Sihon de landpalen niet heeft kunnen innemen, gelijk hij het land der Moabieten had ingenomen.

Deuteronomy 2:37

43) ganse streek der beek Jabbok,

Hebreeuws, de ganse zijde van de beek Jabbok en de steden, enz.

44) verboden had.

Hebreeuws, geboden; dat is, verboden. Zie van dit gebruik des woords gebieden Lev. 4:2, en onder, Deut. 4:23. Hoewel men deze woorden hier ook aldus kon overzetten: waarvan de Heere ons geboden had; te weten, dat wij die niet zouden genaken.

Le 4.2 De 4.23

Deuteronomy 3:16

21) het midden van de beek

Dat is, tussen de beek, enz.

Joshua 12:2

1) oever der beek

Hebreeuws, lip.

Judges 11:13

21) Arnon af tot aan de Jabbok,

Zie van Arnon, Num. 21:13,14,15; van Jabbok, Gen. 32:22, enz.

Nu 21.13,14,15 Ge 32.22

22) aan de Jordaan;

Van het gebergte Gileads oostwaarts, tot aan de Jordaan westwaarts.

Copyright information for DutKant