Numbers 24:21-22

41) Kenieten zag,

Deze woonden onder de Amalekieten, 1 Sam. 15:6.

1Sa 15.6

42) nest in een steenrots gelegd.

Dat is, woning, gelijk Job 29:18.

Job 29.18
43) Kain verteerd worden,

Anders, de Ka‹nieten, of, de Kenieten, die, zo het schijnt, van een, Ka‹n genoemd, hun oorsprong hebben.

44) totdat u Assur gevankelijk wegvoeren zal!

Anders, zolang als u Assur zal gevangen houden.

Judges 1:16

26) Keniet,

Versta, Jethro; zie Num. 24:21,22.

Nu 24.21,22

27) de Palmstad op,

Jericho. Zie Deut. 34:3.

De 34.3

28) Harad is;

De naam ener stad, gelegen bij het gebergte Se‹r, en misschien ook van een koning van die plaats. Zie Num. 21:1.

Nu 21.1

29) en zij gingen heen

Hebreeuws, en hij ging en woonde, of, bleef met, of, bij het volk. Hij, namelijk, de Keniet; dat is, Jethro's nakomelingen. Sommigen zetten het aldus over: Want hij [de Keniet] was [mede] getogen, en was gebleven, of, had gewoond bij het volk, namelijk Isra‰l. Zie Num. 10:29, en Num. 24:21,22; 1 Sam. 15:6.

Nu 10.29 24.21,22 1Sa 15.6
Copyright information for DutKant