Numbers 27:5

7) rechtzaak

Hebreeuws, het oordeel, of, gericht; dat is, zaak, different of geschil, hetwelk door de uitspraak van God gewezen moest worden. Want het was nog in twijfel of de dochters, als er geen mannelijke erfgenaam was, zouden mogen delen, dan of, met een bruidsgift uit de erfenis zouden moeten scheiden.

8) het aangezicht des HEEREN.

Dat is, in de tent der samenkomst, waar Mozes de stem des HEEREN van boven het verzoendeksel der ark, uit het midden der twee cherubim, hoorde tot het spreken. Zie Exod. 25:22, en boven, Num. 7:89. Of versta, dat Mozes door het middel der tekenen urim en thummim, die aan den borstlap des hogepriesters waren, den wil van God vernomen heeft. Vergelijk onder, Num. 27:21.

Ex 25.22 Nu 7.89 27.21

1 Kings 8:45

80) voer hun recht uit.

Of, handhaaf hun recht. Hebreeuws, doe hun gericht, of recht. God nu doet zijn volk gericht of recht wanneer Hij gelijk een rechter hetzelve voorstaat, en zijn vijanden rechtvaardiglijk straft. Alzo onder, 1 Kon. 8:49; 2 Kron. 6:35,39; Ps. 9:5, en Ps. 140:13.

1Ki 8.49 2Ch 6.35,39 Ps 9.4 140.12
Copyright information for DutKant