Numbers 27:7

9) ganselijk geven

Hebreeuws, gevende zult gij haar geven; te weten, het erfgoed dat haar vader zou moeten hebben zo hij leefde.

2 Kings 7:9

18) de een tot den ander:

Hebreeuws, de man tot zijn naaste, of metgezel. Vergelijk boven, de aantekening 2 Kon. 7:6.

2Ki 7.6

19) de ongerechtigheid

Dat is, de straf der zonde. Want de zonde wordt ons gezegd te vinden, niet alleen als wij in dezelve bevonden en achterhaald, maar ook daarom gestraft worden. Zie Num. 32:23, en de aantekening daarop.

Nu 32.23
Copyright information for DutKant