Numbers 3:25-26

16) wacht

Hebreeuws, bewaring, of waarneming; dat is, hetgeen zij bewaren of waarnemen moesten.

17) der zonen van Gerson

De last van deze en der andere Levieten wordt in Num. 3: kortelijk aangewezen, maar in het volgende breder beschreven.

18) de tabernakel en de tent,

Versta door den namen tabernakel en tent al de gordijnen, behangselen en bedekselen, tot denzelven beneden en boven behorende, die van de Gersonieten gedragen moesten worden.

Numbers 3:36-37

29) de berderen des tabernakels,

Dewijl de Merarieten meerder last te dragen hadden dan de Gersonieten, gelijk af te nemen is uit de vergelijking van Num. 3:36, en Num. 3:37 met Num. 3:25,26, zo zijn aan de Merarieten tot uitvoering van hun dienst vier wagens en acht runderen gegeven, maar den Gersonieten niet meer dan twee wagens met vier runderen. Zie onder, Num. 7:7,8.

Nu 3.36,37,25,26 7.7,8

Numbers 7:7-8

6) vier wagens en acht runderen

De reden, waarom hij den Merarieten meer wagens en runderen heeft gegeven dan den Gersonieten, zie boven, Num. 3:36.

Nu 3.36

7) onder de hand van Ithamar,

Dat is, onder het beleid en opzicht van Ithamar. Zie Gen. 41:35.

Ge 41.35
Copyright information for DutKant