Numbers 33:48-49

20) Jericho.

Dat is, waar deze rivier tegenover Jericho is lopende; alzo elders meer.

21) sittim,

Enigen menen dat dit gezelfde plaats is, die boven alleenlijk Sittim genoemd is, Num. 25:1, en hier genoemd Abel-Sittim, ten aanzien van de klacht en rouw, die de kinderen Isra‰ls aldaar bedreven over de plaag des Heeren.

Nu 25.1

Joshua 2:1

1) heimelijk verspieden zouden,

Hebreeuws, stilzwijgende; dat is, hij had dit het volk niet geopenbaard, gelijk Mozes gedaan had toen hij twaalf mannen uitgezonden heeft; Num. 13:2, en Num. 32:8.

Nu 13.2 32.8

2) Sittim,

Gelegen in het land der Moabieten, waar zich de Isra‰lieten verlopen hebben met hoererij en met afgoderij met den Ba„l Peor; Num. 25:1.

Nu 25.1

3) Jericho.

Jericho werd naderhand toegedeeld de stam van Benjamin; omtrent honderd vijftig stadi‰n van Jeruzalem, zestig van de Jordaan. Dit is de eerste stad, die de Isra‰lieten met geweld hebben aangetast. Zij was gelegen in een effen vruchtbaar land, waar vele palmbomen wiessen, waarvan zij de palmstad genoemd wordt; Deut. 34:3; Richt. 1:16; 2 Kron. 28:15.

De 34.3 Jud 1.16 2Ch 28.15

4) van een vrouw,

Anders, ener vrouw, die een hoer was. Het Hebreeuwse woord betekent ook een waardin; maar Hebr. 11:31 en Jak. 2:25 wordt Rachab uitdrukkelijk een hoer genoemd.

Heb 11.31 Jas 2.25

Joshua 3:1

Copyright information for DutKant