Numbers 6:2

1) Nazireers,

Het Hebreeuwse woord Nazir, geschreven met de letter zain, betekent een afgezonderde, te weten, van de wereld, om zich ganselijk tot de overdenking van goddelijke dingen en de waarneming van den heiligen godsdienst over te geven. De nazire‰rs waren een figuur, die in Christus niet letterlijk, maar geestelijk vervuld is. Zie ook van deze Richt. 13:5; Klaagl. 4:7; Amos 2:11. Zij zijn te onderscheiden van degenen, die met de letter Tsade geschreven worden, en genaamd Natsare‰n, van de stad Natsareth, alzo ook de Heere Christus een Nazarener genoemd wordt, Matth. 2:23, en de Christenen Nazare‰n, Hand. 24:5. De nazire‰rs nu waren twee‰rlei:

Jud 13.5 La 4.7 Am 2.11 Mt 2.23 Ac 24.5

I. Die God daartoe expresselijk verkoos, gelijk Simson, Richt. 13:5, en [zoals enigen houden] Johannes de Doper, Luk. 1:15.

Jud 13.5 Lu 1.15

II. Die door vrijwillige gelofte zodanige werden, van welken hier gesproken wordt.

Acts 24:5

6) de sekte

Of, der ketterij.

7) der Nazarenen.

Zo noemt hij verachtelijk de discipelen van Christus, of de Christenen, omdat hij hield dat Christus van Nazareth in Galilea geboren was, hoedanigen voor slechte lieden gehouden werden; Joh. 1:47, en Joh. 7:41,52. Welke naam ook daarna aan een zekere sekte onder de Christenen gegeven is geweest van de Christenen zelf, die de wet der ceremoni‰n met het Evangelie wilden mengen, van welke Cerinthus ook een hoofd was; zie Hand. 15:1.

Joh 1.46 7.41,52 Ac 15.1
Copyright information for DutKant