Numbers 6:5

6) heilig zijn,

Dat is, den Heere geheiligd en toege‰igend.

Numbers 8:7

7) water der ontzondiging;

Dat is, water om te ontzondigen en naar de wet der ceremoni‰n van zonden te reinigen. Zie van dit water onder, Num. 19:9, waar het een water der afzondering genaamd werd.

Nu 19.9

Judges 13:5

6) scheermes zal komen;

Zie Num. 6:5.

Nu 6.5

7) Nazireer Gods zijn,

Dat is, afgezonderde. Zie hiervan Num. 6:2.

Nu 6.2

8) [moeders] buik af;

Het woord moeder, wordt hier en in Richt. 13:7 ingevoegd uit Richt. 16:17.

Jud 13.7 16.17

9) beginnen Isra‰l te verlossen

Maar niet ganselijk verlossen, hetwelk naderhand geschied is, ten tijde van Samuel en David. Zie 1 Sam. 7:13,14; 2 Sam. 8:1, en 2 Sam. 21:15, enz., en 2 Sam. 23:12.

1Sa 7.13,14 2Sa 8.1 21.15 23.12
Copyright information for DutKant