Numbers 9:6

7) lieden geweest,

Onder het Hebreeuwse woord, eigenlijk betekenende mannen, zijn hier ook vrouwen begrepen, gelijk Gen. 39:11,14.

Ge 39.11,14

8) het dode lichaam eens mensen

Hebreeuws, ziel. Zie Lev. 19:28, en alzo in Num. 9:7.

Le 19.28 Nu 9.7

9) onrein waren,

Te weten, naar de wet der ceremoni‰n betekenende de geestelijke onreinheid. Versta dan die onrein waren, omdat zij een dood lichaam aangeroerd hadden, ofin het huis, waarin een dode was, waren ingegaan of het lijk ten grave vergezelschapt hadden. Zie Lev. 21:1,11.

Le 21.1,11

10) op denzelven dag

Dat is, op den ordinairen en gezetten dag.

11) kunnen houden;

Zie Lev. 7:20, waar den onreinen verboden wordt van de dankoffers te eten.

Le 7.20

2 Chronicles 30:15

35) pascha,

Dat is, het paaslam. Zie Exod. 12:21.

Ex 12.21

36) de priesters

Namelijk, die zich tevoren niet gereinigd hadden. Zie boven, 2 Kron. 29:34, en 2 Kron. 30:3.

2Ch 29.34 30.3

37) beschaamd

Te weten, over hun onachtzaamheid, ziende dat de ijver niet alleen van hun metgezellen, maar ook van de gemeente meerder in deze zaak was dan de hunne.

38) geheiligd,

Zie boven, 2 Kron. 29:5.

2Ch 29.5
Copyright information for DutKant