Philippians 2:15

56) onberispelijk

Dat is, alzo dat de mensen uwen wandel met recht niet mogen berispten. Zie Luk. 1:6; Ef. 5:26,27.

Lu 1.6 Eph 5.26,27

57) oprecht zijn,

Of, eenvoudig, zonder bedrog. Zie Matth. 10:16.

Mt 10.16

58) een krom

Dat is, ongelovige en onwedergeboren mensen. Zie Hand. 2:40.

Ac 2.40

59) welke

Namelijk mensen.

60) gij schijnt als

Dat is, voortaan ook moet schijnen en voorlichten.

61) lichten in de wereld.

Of, voorlichters, gesternten. Zie Spreuk. 4:18; Matth. 5:14.

Pr 4.18 Mt 5.14
Copyright information for DutKant