Proverbs 1:9
24) een aangenaam Hebreeuws, een toevoegsel der aangenaamheid; dat is, hetwelk u aangenaam en aanzienlijk maken zal. Alzo onder Spreuk. 4:9. Pr 4.9 25) hals. Hebreeuws, gorgel.Proverbs 20:15
43) robijnen; Zie Job 28:18. Job 28.18 44) lippen Dat is, die wetenschap voortbrengen. Versta, wijze en deugdzame redenen; alzo boven Spreuk. 14:7. Vergelijk ook boven Spreuk. 12:19, en zie de aantekening. Pr 14.7 12.19 45) kleinood. Hebreeuws, vat, of gereedschap. Zie Job 28:17. Job 28.17
Copyright information for
DutKant