Proverbs 10:5

8) vergadert,

Te weten, zijne vruchten of gewas, dat hij op het veld heeft. Vergelijk boven Spreuk. 6:8.

Pr 6.8

9) die beschaamd

Te weten, zichzelven en ook zijne ouders; namelijk door zijne gebreken en kwade manieren. Alzo onder Spreuk. 12:4, en Spreuk. 14:35, en Spreuk. 17:2, en Spreuk. 19:26, en Spreuk. 28:7. Deze spreuk mag bekwamelijk verstaan worden bij gelijkenis op een mens, die, terwijl hij nog jong is, arbeidt om wat in zijn ouderdom te hebben, enz. Zie boven Spreuk. 6:8.

Pr 12.4 14.35 17.2 19.26 28.7 6.8
Copyright information for DutKant