Proverbs 11:21
57) Hand aan hand Dat is, van hand tot hand. Niet alleen in zijn eigen persoon, maar ook in zijne nakomelingen, die zijn boze wegen ingaan. Vergelijk Exod. 20:5, en Deut. 5:9. Anders: Al ware] hand aan hand, zo zal, enz. Dat is, hoewel de boze, in gevaar zijnde, van allen geholpen werd, zo zal hij nochtans de straf Gods niet ontgaan. Hans is hier voor hulp, gelijk 2 Sam. 3:12, en 2 Sam. 14:19; Neh. 2:18; Ps. 119:173; onder Spreuk. 16:5. Ex 20.5 De 5.9 2Sa 3.12 14.19 Ne 2.18 Ps 119.173 Pr 16.5 58) onschuldig Dat is, niet ongestraft blijven. Zie 1 Kon. 2:9. 1Ki 2.9 59) zaad Dat is, kinderen en nakomelingen. Zie Gen. 4:25, en Gen. 9:9; en de aantekeningen. Ge 4.25 9.9 60) ontkomen. Te weten, door de hand en hulp Gods.
Copyright information for
DutKant