Proverbs 12:19
57) Een waarachtige Hebreeuws, lip der waarheid; dat is die de waarheid spreekt. Alzo lip der vleiing; die vleiing spreekt, Ps. 12:3; lippen der valsheid, die valsheid spreken; Ps. 31:19; lippen der wetenschap, die wetenschap voortbrengen, onder Spreuk. 14:7; alzo terstond in Spreuk. 12:19, tong der valsheid, of der leugen, voor een tong, die valsheid of leugen spreekt; idem, onder Spreuk. 12:22; idem, lippen der gerechtigheid, die gerechtige redenen voorstelt; onder Spreuk. 16:13. Ps 12.2 31.18 Pr 14.7 12.19,22 16.13 58) bevestigd De waarheid [en vervolgens die dezelve spreekt] blijft staande, en is altijd vast in zichzelve, ofschoon ze tegengesproken wordt.
Copyright information for
DutKant