Proverbs 13:20

47) der zotten

Of, die der zotten voeder, of onderhouder is. Hebreeuws, weider. Zie dezelfde manier van spreken onder Spreuk. 28:7, en Spreuk. 29:3.

Pr 28.7 29.3

48) zal verbroken

Dat is, gans verdaan en verdorven worden of teniet komen; te weten, omdat hij door het gezelschap van de zotten nog zotter worden zal en om zijne zotheid van God gestraft zal worden.

Copyright information for DutKant