Proverbs 14:12
28) weg, Dat is, een manier van doen of van leven. Zie boven Spreuk. 6:6; alzo in het volgende lid van Spreuk. 14:12. Pr 6.6 14.12 29) iemand Hebreeuws, voor het aangezicht des mans; dat is, in zijn ogen en oordeel; alzo onder Spreuk. 16:25. Vergelijk Pred. 2:26, en Pred. 7:26. Pr 16.25 Ec 2.26 7.26 30) het laatste Of, het achterste, het einde. Zie van het Hebreeuwse woord Ps. 37:37. Ps 37.37 31) wegen Dat is, wijzen van doen, die ter dood leiden, of den dood en het verderf veroorzaken; vergelijk Jer. 21:8. Jer 21.8Proverbs 16:25
68) Daar is een weg, Zie van de verklaring van Spreuk. 16:25, boven Spreuk. 14:12. Pr 16.25 14.12
Copyright information for
DutKant