Proverbs 15:13

27) blijde maken;

Hebreeuws, goed maken; dat is, blijde. Zie Richt. 16:25, en 1 Kon. 21:7.

Jud 16.25 1Ki 21.7

28) de geest

Versta, den moed, de courage en de kracht des harten. Alzo Gen. 41:8; Joz. 5:1; 1 Sam. 1:15; Ps. 34:19, onder Spreuk. 17:22; Jes. 61:3. De zin is dat des mensen moed, die zich in het aangezicht pleegt te vertonen, door de droefheid des harten geveld en nedergeslagen, ja verbroken wordt.

Ge 41.8 Jos 5.1 1Sa 1.15 Ps 34.18 Pr 17.22 Isa 61.3
Copyright information for DutKant