Proverbs 16:10

21) Waarzegging

Het Hebreeuwse woord kesem betekent meest bijgelovige en ongeoorloofde waarzegging en toekomende en verborgen zaken, uit dingen die niet vast gaan, ja duivels zijn, gelijk Num. 22:7, en Num. 23:23; Deut. 18:10; 2 Kon. 17:17; Jer. 14:14; Ezech. 13:6; maar hier wordt het genomen voor de gissing, die uit zekere, vaste en scherpzinnige aanmerking voortkomt. Zodanige is geweest in David; 2 Sam. 14:20, en in Salomo; 1 Kon. 3:24, enz.

Nu 22.7 23.23 De 18.10 2Ki 17.17 Jer 14.14 Eze 13.6 2Sa 14.20 1Ki 3.24

22) is op de lippen

Anders: zij.

23) zijn mond

Namelijk, de mond van een wijzen en godvruchtigen koning.

24) zal niet overtreden

Anders: overtreedt niet, enz.

25) in het gericht.

Dat is, in het uitspreken van het recht en in het vonnissen, daartoe gezeten zijnde op den rechterstoel.

Copyright information for DutKant