Proverbs 16:25
68) Daar is een weg, Zie van de verklaring van Spreuk. 16:25, boven Spreuk. 14:12. Pr 16.25 14.12 Ecclesiastes 2:26
71) Hij geeft wijsheid, Te weten, God. 72) goed is voor Dat is, die vroom en godzalig is. 73) den zondaar Dat is, den goddeloze, aan wien Hij geen welgevallen heeft. Zie Ps. 1:1, van het woord zondaar. Ps 1.1 74) te verzamelen Te weten, tijdelijke goederen en rijkdommen. 75) voor Gods aangezicht. Dat is, voor zijn aangezicht. 76) Dit is ook ijdelheid Te weten, zozeer zich te bekommeren om rijkdom te vergaderen, dien gij zelf niet moogt genieten, ook niet nalaten wien gij wilt, en vermoedt dat hij wel zal weten te gebruiken. Ecclesiastes 7:26
56) netten en garen Gelijk men voor het gedierte uitspant, om hetzelve daarin te vangen. Hij spreekt van een oneerbare vrouw, die door arglistige en zoete bedriegelijke woorden de mannen in onkuisheid zoekt te verstrikken, in hare netten te vangen en vast te houden. Zie Spreuk. 2:16,17, en Spreuk. 5:3,6 en Spreuk. 6:24 en Spreuk. 7:6, enz. en Spreuk. 9:13. Dusdanige vrouw is meer te schuwen en te mijden dan de dood zelf. Pr 2.16,17 5.3,6 6.24 7.6 9.13 57) wie goed is Alsof hij zeide: Niemand kan zulker boze vrouwen bedrog ontkomen, tenzij God hem bijzonderlijk door zijne genade en hulp daarvan verlosse; gelijk Hij Jozef van de oneerbare huisvrouw van Potifar verlost heeft. Zie Gen. 39:9; Pred. 2:26. Ge 39.9 Ec 2.26 58) de zondaar Dat is, zulk een mens, die zich dagelijks tot grote zonden begeeft. Zie Ps. 1:1. Ps 1.1
Copyright information for
DutKant