Proverbs 18:5

11) Het is niet goed,

Dat is, het is kwaad. Zie boven Spreuk. 17:26.

Pr 17.26

12) het aangezicht

Zie Lev. 19:15.

Le 19.15

13) den rechtvaardige

Dat is, te maken dat hij, die recht heeft, hetzelve verlieze, onderligge in het gericht en van den rechter veroordeeld worde, alzo Amos 5:12.

Am 5.12

Proverbs 19:2

4) ziel

Dat is, de lust en genegenheid om iets te doen of te laten. Zie Ps. 27:12. De profeet bestraft twee dingen: I. Tot iets genegen te zijn, waar men geen verstand van heeft. II. Zo men er verstand van heeft, met onbedachte en haastige zinnen dat aan te gaan en na te jagen.

Ps 27.12

5) zonder wetenschap

Dat is, die niet verstaat wat hij doen of laten moet om God te behagen en stichtelijk met de mensen te verkeren.

6) niet goed;

Dat is, zeer kwaad en schadelijk; vergelijk boven Spreuk. 17:26 en de aantekening.

Pr 17.26

7) haastig is,

Te weten, ten kwade. Of versta, die haastiglijk voortloopt met zijn onbedachte zinnen en voortdrijvende gemoedsbewegingen, zonder eerst wel beraden te zijn; zie boven Spreuk. 1:15.

Pr 1.15

Proverbs 20:23

63) Tweeerlei

Hebreeuws, steen en steen. Zie boven Spreuk. 20:10.

Pr 20.10

64) bedriegelijke

Hebreeuws, de waag des bedrogs; dat is, waarmede men zijnen naaste bedriegt, door hem zijn volle gewicht niet te geven en voor zichzelven meer dan het zijne te nemen.

65) is niet goed.

Dat is, zij is zeer kwaad. Zie boven Spreuk. 17:26.

Pr 17.26

Proverbs 31:12

30) doet hem

Of, vergeldt hem goed, enz. Zie van het Hebreeuwse woord 2 Kron. 20:11; Spreuk. 11:17.

2Ch 20.11 Pr 11.17

31) en geen kwaad,

De natuur der Hebreeuwse taal is hetzelfde met loochening van het tegendeel weder te verhalen; Ps. 102:18; Luk. 1:20, enz.

Ps 102.17 Lu 1.20
Copyright information for DutKant