Proverbs 19:12
33) jongen leeuws; Genaamd bij de Hebren chephir, die zeer moedig en fel is, zijnde ouder en meerder dan het welp van een leeuw, hetwelk zij gur noemen; zie Ezech. 19:2. Eze 19.2 34) zijn welgevallen Dat is, zijne gunst en goedwilligheid, die hij iemand toedraagt. 35) dauw Waardoor het kruid bevochtigd, verkwikt en gevoed wordt.
Copyright information for
DutKant