Proverbs 20:17

52) der leugen

Dat is het goed door valse en bedriegelijke middelen gekregen. Zie boven Spreuk. 4:17; idem vergelijk boven Spreuk. 9:17, en de aantekening.

Pr 4.17 9.17

53) zal zijn mond

De zin is dat zulk goed hem in het einde schadelijk zal zijn en groot verdriet toebrengen.

54) zandsteentjes

Of, breekstenen, of keistenen. Zie het Hebreeuwse woord ook Klaagl. 3:16.

La 3.16

Proverbs 30:20

57) Alzo

Dat is, zo wonderbaar of verborgen als de vier voorverhaalde dingen, te weten om de grote boosheid en behendigheid, die zij weet te gebruiken, zowel in het plegen van hare onkuisheid als in het verontschuldigen en bedekken derzelve.

58) zij eet

Zij geniet de onkuise bijslaping. Vergelijk boven Spreuk. 9:17, en Spreuk. 20:17.

Pr 9.17 20.17

59) wist haar mond,

Dat is, zij houdt zich van geen kwaad te weten, alsof zij ene van de allereerbaarste was.

Copyright information for DutKant