Proverbs 22:24

59) grammoedige,

Hebreeuws, heer, of bezitter des toorns; dat is die van nature en door gewoonte zeer tot toorn genegen is; alzo onder Spreuk. 29:22; een heer der grimmigheid. Vergelijk Gen. 14:13.

Pr 29.22 Ge 14.13

60) zeer grimmig man;

Hebreeuws, man der grimmigheden, of der brandende toornigheden; dat is, die haast met groten toorn ontstoken wordt. Vergelijk Job 11:11, en Ps. 5:7.

Job 11.11 Ps 5.6
Copyright information for DutKant