Proverbs 23:13

28) tucht

Versta, de tucht, die niet alleen geschiedt door woorden, maar ook door straffen. Zie boven Spreuk. 7:22.

Pr 7.22

29) niet sterven.

Te weten, noch hier door de tijdelijke straf der overheid, noch hierna door de eeuwige straf van God.

Proverbs 26:3

Proverbs 29:15

37) roede,

Versta, de straf, die geschiedt door slagen; zie boven Spreuk. 10:13.

Pr 10.13

38) bestraffing

Te weten die geschiedt door woorden; hoewel het woord in het oorspronkelijke somtijds ook betekent de straffing, welke dadelijk geschiedt door slagen. Zie boven Spreuk. 3:11.

Pr 3.11

39) dat [aan zichzelf]

Dat is, dat men toelaat zijn zelfs te zijn, zonder onder iemands opzicht onderwijs en bedwang te staan.

40) zijn moeder.

Ja ook zijnen vader; maar voornamelijk de moeder, omdat zij meest in deszelfs opbrenging bezig is geweest, gelijk ook het vrouwelijk geslacht de versmading der kwaadwilligen meest onderworpen is en zich dezelve lichter aantrekt.

Copyright information for DutKant